Leestip 1 van Boekhandel Naboekov mei 2020
In juni 1927 reist Jean Giono met zijn zwangere vrouw van Manosque naar de Drôme. Het is een autorit van een paar uur dwars door het onherbergzame landschap van de Provence, onder andere langs La Montagne de Lure en de Mont Ventoux. Achteraf schrijft Giono hierover aan zijn goede vriend, de schilder Lucien Jacques:
'Het is een zeer fraai landschap door zijn wilde grootsheid, door de rust die voortkomt uit een ijle kalmte: je waant je duizend meter boven de Mount Everest. Er leeft een fantastische en pittoreske bevolking die iedere beschrijving tart. Toch denk ik dat ik er mijn volgende boek zal situeren.'
Deze impressies van Giono hebben als inspiratie gediend voor 'Colline (Heuvel)', Giono’s debuutroman die twee jaar later zou verschijnen. 'Heuvel' speelt zich af in een gehucht met vier huizen in de buurt van het Montagne de Lure, rondom een fontein, de enige waterbron. De bewoners krijgen te maken met een paar onfortuinlijke voorvallen en proberen wanhopig deze incidenten te duiden en zoeken hulp bij de dorpsoudste, Janet, die aan bed gekluisterd is en ijlend in een onbegrijpelijke taal begint te spreken.
Het bijzondere aan dit boek is echter niet zozeer de intrige, maar de manier waarop dit kleine dorpse universum wordt geschilderd, en vooral de nauwe verbondenheid van de mensen met de natuur. 'Heuvel' is een poëtische vertelling. De zinnen zijn relatief kort maar lyrisch, met naast de overvloed aan beelden ook veel muziek, zowel in klank als in ritme: ‘het zingt en het springt als een beek, en het stroomt en het schuurt’.
Jean Giono (1895-1970) werd geboren in Manosque, in een oud, krakkemikkig huis waar zijn vader boven een schoenmakerij had en zijn moeder beneden een wasserij. Om zijn ouders bij te staan ging Giono een jaar voor zijn eindexamen van school af om te werken bij een bank. Tegelijkertijd ontwikkelde hij zich tot een fervent lezer en begon hij ook te schrijven. In de Eerste Wereldoorlog werd hij onder andere in Verdun gemobiliseerd. Hij zag veel vrienden sneuvelen en raakte zelf meerdere malen gewond. Hij komt getraumatiseerd uit de oorlog en wordt overtuigd pacifist. Enkele jaren later geeft zijn goede vriend, de schilder Lucien Jacques, zijn eerste gedichten uit in Les Cahiers de l’Artisan. Via hem komt Giono in aanraking met andere schrijvers en met uitgever Grasset, die hem meteen een contract voor meerdere boeken aanbiedt. Giono debuteerde in 1929 met Colline, dat meteen een succes was. Nog vóór publicatie las een enthousiaste André Gide fragmenten uit het boek voor aan wie ze maar wilde horen. Het begin van een groots oeuvre was een feit. (bron uitgeverij Vleugels)
In prachtige, beeldrijke en poëtische zinnen bouwt Giono de spanning langzaam op.
Het hoofdpersonage is de natuur, en ze heeft het niet goed met de mens voor! Het eeuwige geplunder en de vernietigingen beu, is zij uit op wraak. En dat zullen de 13(!) inwoners van het piepkleine dorpje Les Bastides Blanches geweten hebben. Les Bastides Blanches, ligt tussen de heuvels, daar waar ‘het vel van de aarde zich in dikke vetrollen plooit.’
Het begint allemaal als de dorpsoudste, Janet, op sterven ligt. De jongste inwoner, Marie, wordt ernstig ziek, de waterbron droogt op, een grote brand komt in sneltempo op hun huizen afgestormd.
Samen proberen ze het tij te keren, ze voeren een immense strijd tegen het vuur, de heuvel, de stenen, de wind, de planten. Door Giono beschreven als wezens van vlees en bloed, bovennatuurlijk en oppermachtig.
Beoordelingen
Er zijn geen beoordelingen gevonden.