Leestip april 2021
Robbert-Jan Henkes in het nawoord:
Sommige boeken zijn zo compleet, dat je er niets aan zou willen toevoegen. Ze lijken speciaal voor jou geschreven. Je koestert ze. Jij hebt ze ontdekt. Of liever, ze hebben jou ontdekt. Ze zijn van jou en van niemand anders. Niemand anders heeft er ook maar iets mee te maken.
Dit kleine meesterwerk roept hetzelfde gevoel op. Alles staat erin. Een complete wereld tussen twee niet ver van elkaar liggende kaften. Het laatste wat je zou willen is dat iemand uitlegt waar het allemaal over gaat, door middel van aantekeningen of een nawoord. Die dingen vertroebelen maar. Het is het boek waar het om gaat, niet andermans tierelantijnen die eraan gehangen zijn.
Maar als de schrijver tot de Groten en Klassieken wordt gerekend, is het uit met het lezen en koesteren, en begint het begrijpen en bestuderen.
Dan blader je bij ieder woord dat je niet kent, iedere naam die valt, naar de aantekeningen achterin om te kijken wie of wat het is. Heel interessant allemaal, verhelderend ook, en als je gegrepen bent door een werk of een schrijver wil je altijd meer weten. Maar voor zo’n eerste kennismaking, voor zo’n schok van het onbekende, kan de aanwezigheid van verklarende apparaten afleidend werken. Het bedreigt het onbevangen leesavontuur.
Dus wees gewaarschuwd. Leg dit weg.
Scheur dit uit en verbrand het.
Vade retro. Ga lezen en genieten. Contextloos. Onbeschreven als een blad.
Laat je overrompelen.
Sergej Dovlatov (Oefa 1941 – New York 1990) was de laatste grote Russische stilist. Dat klinkt serieuzer en ontoegankelijker dan het is. De schrijver wordt in Rusland door praktisch iedereen in het hart gesloten. Taxichauffeurs, nachtwakers, literatuurprofessoren en de ganse intelligentsia zweren bij hem, boeren, burgers en buitenlui. Er wordt van hem gehouden, onvoorwaardelijk, een eer die verder alleen Poesjkin en Jerofejev te beurt valt. Dovlatov is inmiddels zo populair dat hij al op – zoals altijd door afgunst ingegeven – lijstjes met ‘meest overschatte schrijvers’ terecht is gekomen, in gezelschap van Tolstoj en Dostojevski. - Robbert-Jan Henkes
Onze kleine recensie:
Dit was mijn eerste kennismaking met Sergej Dovlatov, en wat voor één! Niet voor niets is hij een van de meest geliefde schrijvers in zijn moederland. Literatuur met een grote L.
Met ‘Domein’ wordt het Poesjkin-domein in Pskov bedoeld waar de verteller een tijdje als gids werkte. Verscheidene anekdotes worden op een prachtige en intelligente manier aaneengeregen. Drank vloeit rijkelijk, de laatste kopeke gaat er aan op. En als er geen geld meer is, is er ook nog zoiets als odeklonje en politoer om de alcoholroes op te wekken. Geen mens houdt het anders vol.
De verteller is gevlucht van huwelijksproblemen en de literaire censor. De schulden stapelen zich op omdat zijn werk niet uitgegeven wordt en schrijven (en drinken!) het enige is, waarin hij echt goed is. Hij weet een baantje te versieren als gids, geen Rus die niets weet over Poesjkin. Maar de kennis die de ‘Poesjkintoeristen’ bezitten die in enorme aantallen het domein bezoeken, noopt hem dikwijls tot verzinsels, wat zeer grappige en gevatte conversaties oplevert.
Het hoeft niet te verbazen dat dit verhaal autobiografische elementen bevat. In 1979 vertrok Dovlatov naar de Verenigde Staten, na een immense tweestrijd… want ‘een Russische schrijver kan alleen in Rusland schrijven, in een andere taal verliest hij zijn individualiteit, zijn vermogen om ironisch te zijn… ‘
Beoordelingen
Er zijn geen beoordelingen gevonden.