Leestip mei 2024
Moskou, 1941. Rusland is al in oorlog met nazi-Duitsland, maar de waanzin van de stalinistische zuiveringen woedt nog steeds. Tatjana Aleksejevna is een jonge secretaresse op het ministerie van Buitenlandse Zaken; ze heeft een dochtertje en haar man is opgepakt. Op haar bureau ligt een brief die moet worden vertaald, namelijk een lijst van het Rode Kruis met Russische krijgsgevangenen in Roemenië. Op die lijst staat de naam van haar man.
Een dubbele schok: opluchting, want hij leeft! En afgrijzen, omdat ze weet dat krijgsgevangenen en hun families als verraders worden vervolgd en naar de Goelag worden gestuurd. Dan neemt ze een beslissing die haar nog tientallen jaren zal achtervolgen.
Zestig jaar later vertelt Tatjana haar levensverhaal aan haar nieuwe buurman Aleksandr, een jonge man wiens leven bruut in tweeën is gescheurd. Tussen de twee ontstaat geleidelijk een onverwachte vriendschap,die tegelijkertijd een verbond is tegen het vergeten. Vertaald door Arie van der Ent
Filipenko schrijft een fictief verhaal rond waargebeurde feiten.
Een jonge man, Aleksandr, verhuist naar Minsk na een tragische gebeurtenis. In het appartementsblok waar hij woont, wordt hij aangeklampt door zijn oude, Russische buurvrouw die aan beginnende Alzheimer lijdt. Bang dat ze binnenkort haar levensverhaal helemaal vergeten is, wil ze dit kost wat kost aan Aleksandr vertellen. Ze gaat nog altijd zwaar gebukt onder een gebeurtenis die plaats vond in het begin van de Tweede Wereldoorlog en ze in de Sovjet-Unie op het ministerie voor Buitenlandse Zaken werkte. Ze ontdekt de naam van haar man op een krijgsgevangenenlijst van het Rode Kruis en weet dat hun lot zo goed als bezegeld is.
Onder Stalin werden krijgsgevangenen immers als verraders en overlopers beschouwd, die zo snel mogelijk geëxecuteerd werden als ze opnieuw in hun land aankwamen. Hun vrouwen werden naar de Goelag gestuurd en hun kinderen naar heropvoedingsgestichten waar ze nauwelijks eten kregen, hard moesten werken en meestal van ontbering omkwamen.
Ze probeert in te grijpen maar dat draait verkeerd uit, heel haar leven heeft ze zich verschrikkelijk schuldig gevoeld om wat ze gedaan had. Pas na haar dood komt Aleksandr te weten hoe zinloos dat was. Hij laat een kruis op haar graf zetten, met het opschrift zoals ze hem gevraagd heeft.
Elke roman die Filipenko schrijft is een aanklacht tegen het regime van Loekasjenko en Poetin. Dat vereist moed en verdient vele lezers.
Beoordelingen
Er zijn geen beoordelingen gevonden.