Berl, Emmanuel - De aanwezigheid van de doden
€ 23,95
Auteur: Emmanuel Berl
Vertaler: Maarten Elzinga
Titel: De aanwezigheid van de dodenTaal: Nederlands
Uitgever: Uitgeverij Vleugels
Afmetingen: 12x210x140 mm
Gewicht: 253 gram
ISBN: 9789493186149
Jaar: 2020
Bindwijze: Genaaid gebrocheerd
Pagina's: 160
Genre: Fictie, Literatuur
Beschrijving:
In autobiografische teksten onderwerpt Emmanuel Berl zijn eigen karakter en meest intieme gewaarwordingen aan een borende en vaak vertwijfelde analyse. Berl weet soms in enkele zinnen flonkerende miniaturen te schilderen, verstilde momenten en ontroerende portretten, onder anderen van Colette, Proust en Drieu la Rochelle.
Emmanuel Berl werd geboren in 1892 (in Vésinet, een gemeente vlak bij Parijs) en stierf in 1976, in zijn Parijse appartement aan de rue Montpensier.
Hij werd vierentachtig jaar oud, om precies te zijn – hoogbejaard, dat zeker, maar toch ook weer niet extreem oud, zeker niet naar onze huidige maatstaven. En toch, als je die jaartallen tot je door laat dringen en bedenkt dat Berl bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog dus al een jonge twintiger was, en bij het begin van Tweede Wereldoorlog ‘pas’ zevenenveertig, en dat hij vervolgens ook nog de jaren vijftig meemaakte, de Koude Oorlog, de dekolonisatie, en de jaren zestig, het ontstaan van de ‘consumptiemaatschappij’, de opkomst van de televisie, de Parijse studentenrevolte, de nieuwe jeugdcultuur, de landing op de maan... dan lijkt dat een duizelingwekkend lange levensspanne – en dat is het natuurlijk ook.
Die indruk wordt ten volle bevestigd zodra je inzoomt op Berls persoonlijke levensloop. Zelf heeft hij nooit een echte autobiografie geschreven, maar er zijn inmiddels verscheidene goede biografieën verkrijgbaar, en dan is er natuurlijk het prachtige Interrogatoire, door Edu Borger in het Nederlands vertaald als Verhoor (De Arbeiderspers, Privédomein, 1982): een transcriptie van een reeks gesprekken waarin Patrick Modiano de oude Berl in 1976 ‘ondervraagt’ over zijn lange en roemruchte verleden.
[Uit het nawoord van Maarten Elzinga bij het door hem vertaalde De aanwezigheid van de doden van Emmanuel Berl, Uitgeverij Vleugels, 2020] (bron Uitgeverij Vleugels)
Hij werd vierentachtig jaar oud, om precies te zijn – hoogbejaard, dat zeker, maar toch ook weer niet extreem oud, zeker niet naar onze huidige maatstaven. En toch, als je die jaartallen tot je door laat dringen en bedenkt dat Berl bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog dus al een jonge twintiger was, en bij het begin van Tweede Wereldoorlog ‘pas’ zevenenveertig, en dat hij vervolgens ook nog de jaren vijftig meemaakte, de Koude Oorlog, de dekolonisatie, en de jaren zestig, het ontstaan van de ‘consumptiemaatschappij’, de opkomst van de televisie, de Parijse studentenrevolte, de nieuwe jeugdcultuur, de landing op de maan... dan lijkt dat een duizelingwekkend lange levensspanne – en dat is het natuurlijk ook.
Die indruk wordt ten volle bevestigd zodra je inzoomt op Berls persoonlijke levensloop. Zelf heeft hij nooit een echte autobiografie geschreven, maar er zijn inmiddels verscheidene goede biografieën verkrijgbaar, en dan is er natuurlijk het prachtige Interrogatoire, door Edu Borger in het Nederlands vertaald als Verhoor (De Arbeiderspers, Privédomein, 1982): een transcriptie van een reeks gesprekken waarin Patrick Modiano de oude Berl in 1976 ‘ondervraagt’ over zijn lange en roemruchte verleden.
[Uit het nawoord van Maarten Elzinga bij het door hem vertaalde De aanwezigheid van de doden van Emmanuel Berl, Uitgeverij Vleugels, 2020] (bron Uitgeverij Vleugels)