Dabit, Eugène - Hôtel du Nord
€ 23,95
Auteur: Eugène Dabit
Vertaler: Mirjam De Veth
Titel: Hôtel du NordTaal: Nederlands
Uitgever: Uitgeverij Vleugels
Afmetingen: 14x210x140 mm
Gewicht: 242 gram
ISBN: 9789493186125
Jaar: 2020
Bindwijze: Genaaid gebrocheerd
Pagina's: 152
Genre: Fictie, Literatuur
Beschrijving:
Émile Lecouvreur en zijn vrouw Louise kopen met geleend geld een hotel aan de Quai de Jemmapes aan het Canal Saint-Martin in het noorden van Parijs. De mensen die in het hotel wonen of in het café een borrel komen drinken vormen een staalkaart van de ‘gewone’ mensen in een Parijse volksbuurt. Renée, die door haar minnaar wordt verlaten als ze zwanger is. De oude Deborger, die dagelijks zijn borreltje komt halen tot hij zijn laatste dagen moet slijten in een oudemannenhuis. De wellustige Mimar, die zich verdekt in de gang opstelt om de vrouwen te grijpen. De man die binnen een week naar het ziekenhuis afgevoerd wordt, waar hij alleen sterft. Zijn weduwe die zijn spullen komt opeisen en die klaagt over een ontbrekende paraplu. De twee ongehuwde zusters, van wie de een de liefde leert kennen als de ander ziek in bed ligt. De socialist, de travestiet… Miniaturen van de bewoners en de passanten van dit hotel, dat aan het slot onteigend wordt om plaats te maken voor nieuwbouw en stadsvernieuwing.
Dabit modelleerde zijn L’Hôtel du Nord naar het hotel dat zijn ouders in 1923 kochten. Hij kwam er geregeld en werkte er weleens kortstondig als barman of nachtportier. In werkelijkheid werd het hotel niet gesloopt in de jaren twintig. Dabits ouders dreven het tot de Tweede Wereldoorlog. De gevel van het hotel staat nog steeds overeind op nummer 102, Quai de Jemmapes. Op de begane grond is nu een café-restaurant waar ’s avonds soms jazzmuziek wordt gespeeld.
Dabit werd in 1898 geboren in een Parijs arbeidersgezin. Na de lagere school werd hij leerling-sleutelmaker, later arbeider bij de metro. De Eerste Wereldoorlog drukt een onuitwisbaar stempel op zijn bestaan. In 1914 wordt zijn vader gemobiliseerd en blijft hij alleen met zijn moeder achter. Een paar jaar later moet hij zelf in het leger, van 1916 tot 1918 vecht hij als artillerist. Over deze periode schrijft hij de bildungsroman Petit Louis, die in 1930 verschijnt. Na de oorlog kan hij niet meer aarden in een geregeld burgermansleven en begint, financieel ondersteund door zijn ouders, te schilderen. Vanaf 1925 neemt de pen de plaats in van het penseel. Zijn literaire talent wordt al vroeg herkend door André Gide, die hem in contact brengt met Roger Martin du Gard, die Dabit intensief literair zou begeleiden. In 1929 verschijnt Dabits bekendste roman L’Hôtel du Nord. Dabit is een betrokken mens die zich mengt in de discussie over de bevrijdende mogelijkheden van een nieuwe populistische of proletarische literatuur en hij is een militant antifascist. Maar hij is te vrijzinnig en individualistisch om zich ooit naar een partij te kunnen voegen. In 1935 neemt hij deel aan het Internationaal Schrijverscongres voor de verdediging van de cultuur in het Palais de la Mutualité in Parijs. Hij is inmiddels bevriend met Céline, met wie hij correspondeert. In 1936 reist hij met André Gide, Jef Last, Louis Guilloux en Jacques Schiffrin naar de Sovjet-Unie, waar hij moeite heeft met het streng opgelegde, door de communistische partij strak geregisseerde programma. Hij ziet met eigen ogen dat er in de sovjetheilstaat weinig terecht is gekomen van de socialistische idealen. Onder nooit precies opgehelderde omstandigheden sterft hij op 21 augustus 1936, alleen in een ziekenhuis in Sebastopol. André Gide draagt zijn spraakmakende Retour de l’URSS, waarin hij openlijk van zijn communistische geloof afvalt, aan Dabit op. (bron Uitgeverij Vleugels)