Rabelais, François - Gargantua en Pantagruel
€ 49,50
Auteur: François Rabelais
Illustrator:
Vertaler: Hannie Vermeer - Pardoen
Titel: Gargantua en Pantagruel
Taal: Nederlands
Uitgever: IJzer
Afmetingen: 62x247x177 mm
Gewicht: 1588 gram
ISBN: 9789086841646
Jaar: 2018
Bindwijze: Gebonden met stofwikkel
Pagina's: 891
Genre: Fictie, Literatuur
Illustrator:
Vertaler: Hannie Vermeer - Pardoen
Titel: Gargantua en Pantagruel
Taal: Nederlands
Uitgever: IJzer
Afmetingen: 62x247x177 mm
Gewicht: 1588 gram
ISBN: 9789086841646
Jaar: 2018
Bindwijze: Gebonden met stofwikkel
Pagina's: 891
Genre: Fictie, Literatuur
Beschrijving:
De ongebreidelde fantasie, de onbekommerde lach, het doorbreken van de taboes moeten ook de moderne lezer wel aanspreken, evenals de geweldige verbale rijkdom, de woordgrapjes en de stijlfiguren. Het vrolijk noemen van de lichamelijke functies en behoeften, het vrijelijk genieten van alles wat het leven te bieden heeft, getuigt van een intense vitaliteit en levensvreugde. Dat alles verklaart waarom Rabelais nog steeds gelezen en gewaardeerd wordt en de reuzen Gargantua en Pantagruel nog altijd voortleven in het collectieve geheugen.
De vijf boeken in de zeer geprezen vertaling van Hannie Vermeer-Pardoen nu in één kloek deel verzameld.
De pers over Gargantua en Pantagruel:
Ook de lenige, soepele, treffende en onmiskenbaar geestige Nederlandse versie is een schatkamer. (Atte Jongstra, Vrij Nederland)
Rabelais gebruikte meer woorden dan er in de zestiende eeuw waren. Zijn duim is zijn woordenboek.... Maar wie die overvloed van woorden in het Nederlands gaat overzetten moet een aan Rabelais grenzende genialiteit bezitten. (Hugo Brandt Corstius, NRC)
Rabelais heeft in het Nederlands voor de komende decennia zijn mond gevonden. (Martin de Haan, de Volkskrant)
Saai en belerend wordt het nooit, want avonturen beleven Gargantua, Pantagruel en Panurge genoeg. Rabelais trekt alle registers open, van ranzig tot goddelijk. En het taalgebruik is magnifiek. (Joris Vermeulen, Trouw)
Rabelais, de grote meester voor wie wij allen als eerbetoon onze hoed zouden moeten afnemen. (Goethe)